Champagneproces, druiven en smaken

Het bereidingsproces

De oogst

Er zijn een aantal standaarden en regels voor het maken van champagne. Zo wordt de oogstdatum voor de gehele champagnestreek bepaald, meestal eind september. De druiven worden dan met de hand geoogst, machinaal oogsten is verboden. De druiven worden zo snel mogelijk naar de huizen gebracht en snel geperst, dit om te voorkomen dat de schillen van de druiven kleur afgeven aan de champagne. Dit sap, ook wel most genoemd, wordt in roestvrijstalen vaten gepompt waarna het zo’n 48uur blijft staan om zo het bezinkel naar de bodem te laten zakken. De heldere most wordt hierna naar schone roestvrijstalen vaten (soms ook houten vaten) gepompt. De wijn rust een aantal maanden in de koele kelders. In het voorjaar start het bottelen van de champagne.

Het bottelen

Champagne maken gebeurt op verschillende manier. De meest bekende is het mixen van verschillende druiven, als ook het mixen van verschillende oogstjaren. Een champagne gemaakt van druiven van 1 oogstjaar heet een millisime of vintage. Bij het bottelen wordt vaak nog een kleine hoeveelheid suiker toegevoegd voor de gisting. Een kroonkurk sluit de fles af, inderdaad nog niet de bekende champagnekurk. De fles dient dan minimaal 15 maanden te worden bewaard. Na deze 15 maanden, of vaak zelfs langer, worden de flessen schuin gelegd (bijvoorbeeld in pupitres) en regelmatig gedraaid. Het restant van gist en suiker zakt hierdoor naar de hals van de fles. Wanneer alles in de hals van de fles is verzamelt wordt de hals in pekelbad gedoopt zodat het bevriest. De kroonkurk wordt samen met het ijsmengsel in een keer machinaal verwijderd. Hierna is het tijd om er een wijnsuikermengsel aan toe te voegen wat uiteindelijk zorgt voor de typering bijvoorbeeld brut, de fles wordt afgesloten met de bekende champagnekurk en de champagne is klaar voor verkoop.

De Druiven

In de champagne zijn er 3 druivenrassen waar ongeveer alle champagnes mee worden gemaakt.

  • Chardonnay; groeit met name in het zuiden van champagne in de Côte de Blancs, zorgt voor een frisse smaak
  • Pinot Noir; groeit met name in het gebied tussen Reims en Epernay, Montagne de Reims, zorgt voor een volle smaak
  • Pinot Meunier; groeit met name ten westen van Epernay, Vallee de la Marne, zorgt voor een fruitige smaak

De meeste grote en bekende huizen maken hun champagne door de wijnen van drie druiven te mixen, hierdoor kan een continue smaak en kwaliteit worden bereikt.

Een champagne van alleen maar Chardonnay druiven heet een blanc de blancs, gemaakt dus van alleen maar witte druiven, deze is heerlijk als aperitief. Een champagne van Pinot Noir en/of Pinot Meunier druiven heet een blanc de noirs, witte champagne gemaakt van blauwe druiven, deze champagnes zijn voor elk moment.

Daarnaast kent de champagne ook nog 2 varianten in rose champagnes. Een regulier rose champagne wordt gemaakt door champagne te mixen met een klein beetje rode wijn (meestal van de eigen Pinot Noir of Meunier druiven). Een rose de saignee wordt gemaakt door de blauwe druiven van de champagne langzaam te persen waardoor de schil van de druif de wijn kleur meegeeft.

Brut of Sec

Zoals eerder genoemd wordt pas op het allerlaatste moment eigenlijk de zoetheid van de champagne bepaald door het wijnsuikermengsel. We herkennen daarbij de volgende variaties:

  • Zero Dosage / Brut Zero – 0 g/l
  • Extra Brut – 0-6 g/l
  • Brut – 0-12 g/l
  • Extra dry/sec – 12-20 g/l
  • Dry/sec – 17-35 g/l
  • Demi-Sec – 33-50 g/l
  • Doux – >50 g/l